Boekhouding
Boekhouding is het systematisch vastleggen van financiële feiten van een persoon, een bedrijf of een instelling met als doelen: het verschaffen van inzicht in de financiën en het afleggen van verantwoording over het gevoerde financiële beleid.
Iemand die in deze discipline werkzaam is, wordt een boekhouder of administrateur genoemd. De boekhouding resulteert meestal in een grootboek, dat op zijn beurt weer wordt gebruikt om de jaarrekening te maken. Het grootboek bestaat uit rekeningen of kaarten waarop per soort financieel feit de waardeveranderingen worden weergegeven. Het grootboek wordt ingeboekt met journaalposten (“boekingen”).
Mede op basis van het grootboek worden de jaarstukken opgesteld, bestaande uit de jaarrekening (balans en winst- en verliesrekening, met toelichting) en het jaarverslag (tekstuele toelichting bij de jaarrekening en verwachtingen). De boekhouding wordt meestal gevoerd op een computer in een boekhoudprogramma.
De controle van jaarrekeningen wordt in Nederland door een registeraccountant of een accountant-administratieconsulent uitgevoerd, in België gebeurt dat door de bedrijfsrevisor.
Enkele begrippen
Met betrekking tot boekhouden zijn er twee op elkaar lijkende begrippen met een fundamenteel verschillende betekenis:
Dubbele boekhouding : Er worden twee boekhoudingen bijgehouden: één wordt openbaar gemaakt ter controle van de fiscus of t.b.v. overige belanghebbende organisaties, en één waar de echte stand van zaken in vermeld wordt.(ook wel “schaduwboekhouding”)
Dubbel boekhouden : Het gebruikelijke boekhoudkundige systeem waarin de dagelijkse boekingen worden bijgehouden in twee registers, namelijk het grootboek en het journaal of dagboek. Met behulp van journaalposten uit het dagboek kan een grootboek worden samengesteld en tenslotte de jaarrekening worden opgemaakt.
In een dergelijke boekhouding worden inkomsten en uitgaven dus gesplitst in twee delen:
De realisatie (van de verkoop, van de aankoop)(kosten of opbrengsten)
De betaling (via de bank, de kas …)(uitgaven of inkomsten)
Om deze splitsing op te vangen worden vorderingen en schulden aangemaakt. Ze vormen de buffer tussen realisatie en betaling. Op basis van een dubbele boekhouding kan niet alleen veel correcter worden bepaald welk het resultaat is van een boekjaar (winst of verlies), maar kan ook veel directer (door de dubbele notering) worden bepaald hoe ons eigen vermogen evolueert. Er ontstaat ook een verschil tussen uitgaven (de geldbeweging in min) en kosten én inkomsten (de geldbeweging in meer) en opbrengsten, of een verschil tussen liquiditeitsstromen en resultaat (winst of verlies).
Enkel boekhouden (ookwel enkelvoudig boekhouden of kasboekhouding genoemd) is het systeem waarin dagelijkse boekingen in dagboeken worden bijgehouden, waaruit meteen de jaarrekening wordt getrokken, zonder eerst een grootboek te maken. Door de automatisering levert enkel boekhouden tegenwoordig vrijwel geen tijdsbesparing meer op. De enkelvoudige boekhouding houdt ook enkel rekening met financiële bewegingen en niet met bewegingen van vorderingen en schulden. Het is dus niet mogelijk om rechtstreeks de balans te trekken van bezittingen, vorderingen en schulden, zoals in het dubbel boekhouden. Een resultatenrekening kan wel worden opgemaakt, want alle gedane kosten en ontvangen opbrengsten zijn
genoteerd, maar alle te verwachten kosten, opbrengsten moeten worden bijgeteld.
De rekeningen van het grootboek kennen een debet en een creditzijde. De totalen van alle debetbedragen moeten gelijk zijn aan die van de creditbedragen. Dit noemt met het boekhoudkundige evenwicht.
Waarderingsregels
Waarderingsregels zijn regels of afspraken over hoe en tegen welke waarde iets geboekt wordt.
De Europese richtlijnen
US-GAAP: Generally Accepted Accounting Principles
IAS en IFRS International Accounting Standards en International Financial Reporting Standards
Rekeningenstelsel
Het rekeningenplan of rekeningenstelsel is de lijst van rekeningen, die in een boekhouding gebruikt worden.
Boekhouden en bedrijfseconomie
De boekhouding verschaft informatie die gebruikt wordt voor bedrijfseconomische beslissingen. Men deelt het daarom vaak in bij bedrijfseconomie. Men moet echter bedacht zijn op twee fundamentele verschillen tussen beide disciplines: ten eerste houdt boekhouding zich bezig met feiten, terwijl economie zich richt op mogelijkheden en keuzes; ten tweede is boekhouden een ambacht met een lange traditie, terwijl economie een wetenschap is.
Men zou kunnen zeggen dat boekhouding het verhaal vertelt over wat er echt is gebeurd, terwijl economie verhalen vergelijkt en probeert te komen tot een oordeel over wat er is gebeurd.
Beknopte geschiedenis van de boekhouding
Door de eeuwen heen hielden met name handelaren een boekhouding bij, teneinde een overzicht te hebben en houden van de in hun ondernemingen gedane uitgaven en verkregen ontvangsten, om uiteindelijk te komen tot een inzicht in de winsten en verliezen. Van de oudheid tot en met de Middeleeuwen verliep dit op basis van enkel boekhouden, dat wil zeggen: zonder een grootboek te maken; de balans werd daarbij door inventarisatie vastgesteld. Er waren vele methoden van boekhouden. Deze zijn (deels) overgeleverd uit diverse culturen, onder meer uit Babylonië (kleitabletten) en het Oude Egypte (papyrusrollen).
In de Renaissance ontstond in Italië voor het eerst het systeem met dubbel boekhouden, waarschijnlijk naar aanleiding van de reizen van Marco Polo en de kennis die hij uit het Verre Oosten naar Europa meenam. Het dubbel boekhouden heeft als voordeel, dat door elke post op twee rekeningen te boeken, eventuele (enkelvoudige) fouten uiteindelijk altijd gevonden zullen worden. Daarnaast kan op ieder gewenst moment inzicht worden verkregen in de actuele stand van bezittingen en schulden.
Het is tegenwoordig een eis van de overheid, dat een ondernemer een methode van boekhouden gebruikt zoals gangbaar binnen diens branche. In de praktijk is dat altijd een systeem gebaseerd op dubbel boekhouden. Verder dient de ondernemer “goed koopmansgebruik” te tonen.
(Bron: Wikipedia, de vrije encyclopedie)